Nederland – Bauhaus
Voordat de grootschalige vernieuwing van start gaat, pakt Museum Boijmans Van Beuningen nog één keer groots uit met de tentoonstelling ‘nederland ⇄ bauhaus – pioniers van een nieuwe wereld’. In 2019 is het honderd jaar geleden dat het Bauhaus werd opgericht, de revolutionaire kunst- en ontwerpschool waarvan de invloed nog steeds voelbaar is. Bijna 800 objecten - kunstwerken, meubels, keramiek, textiel, foto’s, typografie en architectuur - geven je unieke inzage in de inspirerende wisselwerking tussen Nederland en het Bauhaus door de jaren heen.
Dromen van een nieuwe wereld en zoeken naar eenvoud en functionaliteit behoren tot de beginselen van het Bauhaus. In 1919 sticht architect Walter Gropius in het Duitse Weimar de revolutionaire academie voor architecten, kunstenaars en industrieel ontwerpers. In een tijd dat alleen een kleine bovenlaag zich kostbare en door kunstenaars vormgegeven producten kan permitteren, werkt het Bauhaus vanuit het ideaal om een mooi en functioneel design voor iedereen bereikbaar te maken. De baanbrekende uitgangspunten van de opleiding, later wereldwijd van grote invloed, hebben ook in Nederland nadrukkelijk weerklank gevonden in architectuur, vormgeving en het ontwerponderwijs. Museum Boijmans Van Beuningen legt dit Nederlandse Bauhaus-netwerk voor het eerst in een groot overzicht bloot.
Beroemde kunstenaars als Paul Klee, Wassily Kandinsky, László Moholy-Nagy en Oskar Schlemmer maken deel uit van het lerarenkorps. Ook dragen verschillende Nederlanders bij aan het specifieke karakter van het Bauhaus. Al vóór de oprichting zijn H.P. Berlage, Mathieu Lauweriks en Johan Thorn Prikker lid van de Deutsche Werkbund (opgericht in 1907). De grensverleggende opvattingen van deze organisatie over de samenwerking tussen kunstenaars, architecten en de industrie vormen een belangrijke inspiratiebron voor het Bauhaus. De Stijl, het tijdschrift van o.a. Theo van Doesburg, Piet Mondriaan, Gerrit Rietveld en J.J.P Oud wordt door alle docenten en studenten aan het Bauhaus gelezen. Onder invloed van deze kunstenaars evolueert het Bauhaus in korte tijd van het expressionisme naar het modernisme. Na twee gedwongen verhuizingen – in 1925 naar Dessau en 1932 naar Berlijn – sluiten de nazi’s de school in 1933. Een dertigtal studenten en docenten vertrekt naar Nederland. Ze worden hier actief in kunst- en ontwerponderwijs, richten werkplaatsen op en ontwerpen voor de Nederlandse industrie.
Een belangrijke band tussen het Bauhaus en Rotterdam wordt gevormd door de stadsarchitect J.J.P. Oud. Zijn sociale-woningbouwprojecten in Spangen, de Kiefhoek en het Witte Dorp trekken de aandacht van Duitse architecten. Oud geeft in 1923 een belangrijke lezing over deze Nederlandse architectuur aan het Bauhaus in Weimar. Dit is het begin van een geregeld contact tussen de Duitse opleiding en Rotterdam Het Nederlandse 'Nieuwe Bouwen', zoals deze moderne stroming in de bouwkunst wordt genoemd, verkrijgt in korte tijd internationale bekendheid.