De architectuur van een wondere wereld
Terwijl zijn personages heerlijk eenduidig zijn, was hij dat zelf allesbehalve. Wat is de sociale en culturele impact van de nalatenschap van Walt Disney? In deze tentoonstelling, die vanaf september 2021 te zien is in Het Nieuwe Instituut, gaat curator Saskia van Stein onder meer in op de invloed die Disneys denken en werk tot op de dag van vandaag uitoefenen op de gebouwde omgeving en een gevoel van identiteit.
Van een tijdelijke uitvlucht op het bioscoopscherm zijn de fantasieën van de cartoonist uitgegroeid tot een bepalende factor in popcultuur van over de hele wereld. Walt Disney wordt geroemd om zowel zijn technologische innovaties als de schijnbare eenvoud en herkenbaarheid van zijn storytelling, maar zijn imperium en hijzelf zijn inmiddels ook berucht. De vindingrijkheid waarmee hij sprookjes en de werkelijkheid naadloos in elkaar liet overgaan, ging gepaard met een nogal dwingende en eenzijdige opvatting van hoe de wondere werelden die daaruit voortkomen – en hun bewoners – eruit zouden moeten zien.
Walter Elias Disney (1901–1966) creëerde zowel op als buiten beeld fantasiewerelden waarin je als kijker of bezoeker even aan de realiteit van alledag kunt ontsnappen. Zijn ‘wondere wereld’ begon in de jaren dertig kleinschalig met cartoons en korte animaties, maar met de productie van avondvullende films, de aanleg van pretparken en resorts en het organiseren van cruisevakanties groeide deze in de decennia daarna uit tot een wereldwijd media-imperium. De enscenering van een alternatieve werkelijkheid bleef niet beperkt binnen de grenzen van Disneyland-parken of de kaders van de films. Met elke stap in de ontwikkeling van het bedrijf werden het beeld van Walt en het imago van zijn The Walt Disney Company zorgvuldig uitgebouwd en gecultiveerd.
Die geconstrueerde indruk, van Disney als een zorgeloos genie, de ‘vader van de middenklasse’, die met zijn bedrijf voor de hele wereld feelgood-omgevingen produceert, heeft een keerzijde. Walt Disney verleidde zijn publiek met een mix van nostalgie, utopisme, vereenvoudiging en cuteness om op te gaan in zijn wereld waar realiteit en fictie versmelten. Hij liet zich daarbij inspireren door Europese literatuur en architectuur en staat te boek als belichaming en voorvechter van de Amerikaanse Droom. Juist daardoor staat Disney echter aan de basis van een heel specifiek en beperkt soort cultuurproductie. Met het traditionele witte gezin in het middelpunt wordt er een tamelijk eenvormige identiteit uitgedragen. De geanimeerde personages en verhaallijnen bevestigen en versterken genderrollen en raciale stereotyperingen, wat bijdraagt aan de normalisering van discriminatie en de uitsluiting van iedereen die ‘anders’ is. Het Nieuwe Instituut en de curator zetten zich er – onder meer met het verstrekken van werkopdrachten – actief voor in om in dit project ruimte te maken voor de stemmen en perspectieven die in het oeuvre en de nalatenschap van Disney onvoldoende vertegenwoordigd of bewust gemarginaliseerd zijn.